Geen standpunt Platform artikel 7 Wohv recht kosten vergoeding
6 maart 2023
 19:25u
leestijd 4 min.

In onze blogpost van 15 september hebben we het gehad over het kritische onderwerp van de financiering van huurdersorganisaties, in het bijzonder met betrekking tot artikel 7 van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). Daar gaat immers ons aankomende hoger beroep over tegen Vesteda. De centrale vraag:
Staat de voordeurbijdrage gelijk aan een akkoord conform artikel 7 Wohv?
Als het antwoord “ja” is, dan hoeft Vesteda ons geen hoger budget te vergoeden als ze dat niet willen. Is het antwoord “nee”, dan moet Vesteda al onze kosten vergoeden, die wij – naar redelijkheid – moeten maken om onze taken te vervullen.
Ons gebouw, het Detroit-gebouw – 100% eigendom Vesteda – in Amsterdam, is gebouwd in 2005 en is uniek in zijn soort en kampt met serieuze constructiefouten en achterstallig onderhoud. Ook betalen huurders nog steeds veel te hoge servicekosten. Daarom is het voor onze HBV cruciaal om kosten vergoed te krijgen voor onder meer inhuur deskundigen en scholing, zonder dat Vesteda ons mag vragen naar onze vermogenspositie. Zie ook:
- Veilig Huren in Detroit-gebouw: prioriteit of ongemak voor Vesteda?
- Elke winter huilt het Detroit-gebouw onderdeel Vesteda complexen
- Detroit-gebouw van Vesteda centraal in omvangrijk artikel in NRC
- Kostenvergoeding voorstel ingediend bij Vesteda door HBV Detroit
- Problemen servicekosten in rapport aan Vesteda verstrekt
We hebben geprobeerd om meer duidelijkheid te krijgen van het bestuur van het Platform van Vesteda Huurdersorganisaties (het “Platform”), waar onze HBV één van de leden is, over hun standpunt aangaande artikel 7 in relatie tot de ‘voordeurbijdrage’. Helaas, ondanks onze inspanningen, lijkt het bestuur van het Platform niet bereid te zijn om een standpunt in te nemen over dit essentiële strategische onderwerp.
De datum van het hoger beroep is nog steeds niet bekend, waardoor onze HBV voorlopig nog kampt met enorme financiële onzekerheid.
De Voordeurbijdrage van Vesteda
Het is interessant om te wijzen op een specifiek concept dat al meer dan een decennium eenzijdig en zonder overleg door Vesteda wordt toegepast: de voordeurbijdrage. Dit is een standaardbedrag dat Vesteda aan collectiviteiten verstrekt, waardoor ze over basale financiële middelen kunnen beschikken zonder dat ze gedetailleerde begrotingen hoeven op te stellen en te verantwoorden. Het voordeel van dit gestandaardiseerde systeem is tweeledig: het maakt het voor Vesteda overzichtelijk en beheersbaar, gezien het alternatief – het maken en bewaken van individuele afspraken met meer dan 100 verschillende collectiviteiten – een tijdrovend proces zou zijn. In ons geval gaat het om ongeveer €500 per jaar.
Tijdens een bijeenkomst op 21 juni 2019 heeft Astrid Schlüter, COO van Vesteda, de werking van deze voordeurbijdrage bevestigd tegenover onze HBV en de voorzitter van het Platform. Ze merkte op dat als de voordeurbijdrage niet toereikend zou zijn, een collectiviteit een begroting kan opstellen. Ze stelde uitdrukkelijk dat een kostenvergoeding via een begroting “ook zo is geregeld in de wet”. Deze verklaring leidt tot de interpretatie dat de voordeurbijdrage door haar niet als een overeenkomst wordt gezien conform artikel 7 Wohv.
Onderzoek Woonbond uit 2014
Het gebrek aan een duidelijk standpunt van het Platform maakt de weg vrij voor verdere discussie en analyse. Vandaar willen we dan ook een rapport uit 2014 van de Nederlandse Woonbond onder de aandacht brengen, waarin belangrijke kwesties rond artikel 7 Wohv uitvoerig worden besproken. Dit rapport verheldert niet alleen onze visie op deze zaak, maar stelt ook prangende vragen over de scheve balans tussen verhuurders en huurdersorganisaties in Nederland. Voor verhuurders lijkt het haast een koud kunstje om kritische huurdersorganisaties in toom te houden.
In dit rapport worden drie hoofdpunten aangestipt:
- Niet alle redelijke en noodzakelijke kosten worden vergoed door verhuurders.
- De financiering wordt ingezet als dwangmiddel.
- Onvoldoende financiering staat professionalisering in de weg.
- Onvoldoende financiering leidt tot opzegging of afwijzing lidmaatschap Woonbond (en daarmee tot minder kennis en professionaliteit).
Volgens dit rapport waren er destijds wezenlijke knelpunten in de financiering van huurdersorganisaties en bewonerscommissies. Wij ervaren deze problemen nu nog steeds.Ondanks de bepaling in de Wohv dat de kosten die rechtstreeks samenhangen met en redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken van een huurdersorganisatie, komt het in de praktijk vaak voor dat deze door de verhuurder niet worden vergoed.
Volgens de Wohv is onze HBV een huurdersorganisatie. In zijn uitspraak in de rechtszaak van vorig jaar heeft de rechter geoordeeld dat onze HBV een legitieme huurdersorganisatie is volgens artikel 1 lid 1 van de Wohv. Vesteda moest en moet ons dus erkennen als gesprekspartner en de Wohv navolgen richting onze HBV.
Het volledige rapport van de Woonbond is beschikbaar in de sectie “Gerelateerde Documenten” onderaan deze blogpost.
Onze verzoeken aan het Platform
In het licht van het aankomende hoger beroep en de informatie in het rapport van de Woonbond, hebben we het Platform twee specifieke verzoeken gedaan:
- Aan Vesteda te bevestigen dat er géén overeenkomst is tussen het Platform en Vesteda aangaande de voordeurbijdrage, die door collectiviteiten beschouwd moet worden als een akkoord conform art. 7 lid 2 Wohv.
- Dat de leden van het Platform op de hoogte worden gesteld van deze verklaring en het feit dat zij het recht hebben om alle redelijkerwijs te maken kosten vergoed te krijgen door Vesteda.
Het is betreurenswaardig te moeten constateren dat het Platform ervoor heeft gekozen om onze verzoeken niet in te willigen, en dat zij zich bovendien onthouden van een standpuntbepaling. Dit komt als een slag, met name in deze cruciale periode waarin we hun ondersteuning hard nodig hebben.
Het feit dat het bestuur van het Platform zich terughoudend opstelt, is een onverwachte en ontgoochelende ontwikkeling. Immers, het Platform heeft als kerntaak het behartigen van de landelijke belangen van haar leden, lokale huurdersverenigingen (HBV’s) en bewonerscommissies die als huurder optreden bij Vesteda.
De indruk wordt gewekt dat zij terughoudend zijn in het aankaarten van gevoelige thema’s tijdens hun overleggen met de directie van Vesteda. Hiermee doen ze ons, als huurdersvereniging, tekort. Maar indirect raken ze hiermee ook de huurders die we vertegenwoordigen, doordat ze ons in de steek laten in tijden waarin we hun steun het meest nodig hebben.
Gerelateerde documenten
document “Woonbond_rapport_knelpunten_financiering_huurdersorganisaties.pdf”
versie: 27 november 2014
deel deze post via:
gepubliceerd op 6 maart 2023
om 19:25u
alle blogpost onderwerpen: