Vesteda verliest Wohv-rechtszaak tegen Huurdersvereniging Detroit

10 juli 2022

 14:08u

leestijd 3 min.

beschikking uitspraak zaaknummer 9466898-EA-VERZ21-608 - Vesteda vs HBV Detroit

Vesteda twijfelde over onze legitimiteit conform de Wet op het overleg huurders verhuurder (“Wohv“) en vond het noodzakelijk ons hiervoor voor de rechter te slepen. De rechter oordeelt nu dat we een legitieme HuurdersBelangenVereniging (“HBV“) zijn. De verzoeken van Vesteda werden allemaal afgewezen. Ook hadden wij tegenverzoeken ingediend, die – zo goed als – volledig zijn toegewezen. Wél met de aantekening dat als wij meer budget vragen van Vesteda dan eerder is overeengekomen, dat aan ons gevraagd mag worden inzicht te bieden in andere bronnen van inkomsten. De wet stelt niet dat we dat inzicht hoeven te geven om tot een akkoord te komen in het kader van ons recht op kostenvergoeding.

Geld

Het juridische getouwtrek over de Wohv – waaronder de rechtszaak – heeft onze HBV de afgelopen 1,5 jaar circa €20.000 aan advocaatkosten gekost. Een deel hebben we kunnen financieren via het Legal Fund, dat werd opgericht om eventuele gerechtelijke procedures te financieren, specifiek voor de servicekosten. Het overige deel komt voort uit jaarlijkse ledenbijdragen en persoonlijke bijdragen van bestuursleden.

Voor alle duidelijkheid, deze juridische kosten die wij als HBV hebben moeten maken, waren om ons te verdedigen tegen de kapitaalkrachtige verhuurder Vesteda. En het ging over onze legitimiteit en ook over drie betalingen (totaal €1.500), die ze sinds 2017 naar onze HBV hebben overgemaakt.

Vesteda moet een veelvoud aan juridische kosten hebben moeten maken in verband met de rechtszaak die zij had aangespannen. Onze schatting is dat het bedrag ergens tussen de 50.000 en 100.000 euro ligt. Hoe zij deze kosten in hemelsnaam gaan verantwoorden aan hun investeerders en andere stakeholders is ons op dit moment een raadsel.

Wij moeten met Vesteda in overleg komen over de gemaakte kosten.

Tijd en focus

Als bestuur is onze aandacht de afgelopen anderhalf jaar bijna uitsluitend naar het getouwtrek uitgegaan. Als gevolg daarvan hebben wij, vrijwilligers, niet de nodige tijd kunnen besteden aan een groot deel van de noodzakelijke belangenbehartiging van onze leden.

De periode daarvoor werd ook gekenmerkt door onproductief en buitensporig tijdverlies als gevolg van tegenwerking door Vesteda.

Daarom hebben wij begin december 2020 onze advocaat een brief laten schrijven aan Vesteda met als doel de beperkingen aan te pakken en de gestagneerde discussie over onze servicekosten audit voort te zetten.

Als bestuur hebben wij onze advocaat gevraagd Vesteda nogmaals(!) per brief uit te nodigen voor een zo spoedig mogelijk overleg. Wij hopen dat Vesteda nu ook bereid is om met een constructieve houding ter tafel te komen.

Onze tegenverzoeken

Als HBV hebben wij ook een aantal tegenverzoeken ingediend. Die waren:

  1. Om vast te stellen dat onze HBV een legitieme huurdersorganisatie is in de zin van art. 1 lid 1, aanhef en onder f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv).
  2. Dat onze HBV alleen financiële verantwoording verschuldigd is aan Vesteda met betrekking tot de door hen verstrekte middelen.
  3. te bepalen dat Vesteda moet stoppen met het opschorten van betalingen aan onze HBV.

De rechter heeft onze verzoeken – zo goed als – ingewilligd met de aantekening dat als wij als HBV meer budget vragen dan eerder is afgesproken, dat wij Vesteda inzicht moeten bieden in onze andere bronnen van inkomsten (zoals ledenbijdragen en fondsen).

Als HBV hebben wij verschillende begrotingsverzoeken ingediend, inclusief de nodige motiveringen en toelichtingen. Volledig conform de Wohv. Deze verzoeken worden reeds gekenmerkt door het feit dat wij bereid zijn sommige kosten gedeeltelijk uit onze eigen middelen te financieren. Vesteda heeft tot op heden al deze verzoeken afgewezen en heeft steeds volgehouden dat de leden het grootste deel van de kosten moeten dragen. Vesteda past dat beleid overigens niet toe op collega HBV’s.

Daarnaast zullen wij te allen tijde verantwoording afleggen over betalingen die vooraf zijn overeengekomen. Wij vinden dat niet meer dan redelijk en het staat ook zo in de wet. Dit is overigens altijd ons standpunt geweest.

Vervolg

Zoals in de inleiding van dit bericht staat vermeld, ligt de bal nu bij Vesteda wat de volgende stap moet zijn. Het bestuur heeft tijdens de afgelopen twee huurdersbijeenkomsten (ALV’s van 11 april en 8 juni 2022) wel een mandaat van haar leden voor verschillende scenario’s gekregen.

Wij zullen de samenvatting van de laatste bijeenkomst van 8 juni 2022 met de leden delen zodra deze gereed is.

We houden je op de hoogte!

Gerelateerde documenten

Document ‘beschikking Vesteda vs HV Detroit_Redacted.pdf’

Algemene informatie

De rechtszaak was op donderdag 24 maart 2022 om 13.30 uur.

Locatie: Gerechtsgebouw Amsterdam, Parnassusweg 280, Amsterdam

deel deze post via:

deel deze post via:

gepubliceerd op 10 juli 2022

 om 14:08u