Vesteda zoekt speld in hooiberg aangaande onze legitimiteit
19 april 2022
 21:40u
leestijd 13 min.

Essentie van de rechtszaak was Vesteda’s twijfel over onze legitimiteit. Conclusie was geen mea culpa, maar dat ze nog blijven doorzoeken naar een mogelijke misstap van ons. Hun einddoel: ons niet te hoeven erkennen als gesprekspartner. Onderstaande een verslag van de zitting d.d. 24 maart 2022, inclusief context die tijdens de zitting onvoldoende belicht is. Ter onderbouwing hebben we veel van de tekst klikbaar gemaakt, zodat je – wanneer je dat wilt – achtergrondinformatie kunt raadplegen.
De advocaten moeten uiterlijk op 21 april 2022 een laatste document indienen en een uitspraak wordt medio mei juni 2022 verwacht.
Ons volledige archief openbaar gezet
Ons volledige archief hebben we in de vorm van een blog openbaar gepubliceerd op 19 maart 2022. Dit besluit hebben we genomen, omdat we door Vesteda voor de rechter zijn gesleept. In dat archief tref je informatie aan dat veel verder gaat dan wij ooit hebben willen delen met Vesteda, omdat het inzicht biedt in onze gehele financiële huishouding en doorlopen processen aangaande ‘gevoelige onderwerpen’. Je kan dus zelf een mening vormen over het gedrag van Vesteda richting onze HuurdersBelangenVereniging (“HBV“) sinds onze oprichting in 2017. We kijken uit naar het ontvangen van feedback, dus schroom vooral niet ons een berichtje te sturen met je feedback. En laat je s.v.p. niet afschrikken door de omvang van deze en overige blogposts: “The devil is in the detail” :-)
Op zoek naar de spreekwoordelijke speld
Aangezien we nu alle details openbaar hebben staan verwachten we dat Vesteda de spreekwoordelijke ‘speld’ gaat vinden en willen dat voor zijn via deze blogpost en hun de kans ontnemen om de boel weer te verdraaien.
Ons uitgangspunt is dat Vesteda de Wohv respecteert
We kunnen het niet vaak genoeg herhalen dat Vesteda op een redelijke wijze met onze achterban (huurders van het Detroit-gebouw) en ons bestuur omgaat en de wet volgt. Met name de Wet op het overleg huurders verhuurder (“Wohv“)! We hebben nooit het onderste uit de kan willen halen. Dus, gewoon ons informatie verstrekken als we erom vragen, (minimaal) het fatsoen hebben om inhoudelijk te reageren op door ons verstrekt advies en onze kosten te vergoeden die gerelateerd zijn aan het vervullen van onze taken.
Vesteda: “onze HBV heeft onrust veroorzaakt”
De zitting begon met een mededeling van Vesteda, waarin werd aangegeven dat ons bestuur onrust had veroorzaakt onder besturen van de andere 100+ collega HBV’s en BC’s. Aangevuld met een anekdotische schets dat Vesteda met geen van die besturen een conflict heeft. Hetgeen overigens haaks staat op feedback die wij van meerdere besturen hebben ontvangen. Het gaat dan meestal over Wohv-gerelateerde zaken waar Vesteda domweg de wet niet volgt. Het heeft er zelfs toe geleid dat een commissie van vrijwilligers nodig was om samen met Vesteda tot een overeenkomst te komen, die “Vesteda moet helpen de Wohv te volgen”.
> zie ook: Vesteda krijgt hulp om de wet te volgen
Collega vereniging stopt als gevolg gedrag Vesteda
Om het anekdotische te mijden hebben we ter onderbouwing onderstaand een nieuwsbrief van een collega HBV beschikbaar gesteld, waarin het bestuur gedrag van Vesteda beschrijft dat voor ons zeer herkenbaar is. De schrijnende delen hebben we in het document gemarkeerd. Zo kun je lezen dat het betreffende HBV-bestuur de handdoek in de ring heeft gegooid door het gedrag van Vesteda.
Ons bestuur heeft van vele collega-besturen ook steunbetuigingen ontvangen waarin men soms ook aangeeft dat ze zich herkennen in onze ervaringen met Vesteda. Zo schrijft een bestuurslid:
“We willen nog wel een korte opmerking maken: Vesteda geeft vaak aan dat zij de uitgangspunten ‘vertrouwen en huurderstevredenheid’ belangrijk vinden, dit valt ons in de praktijk regelmatig tegen. Commerciële (lees financiële) belangen hebben de prioriteit bv in geval van adequaat onderhoud (bij gebreken die gezondheid en wooncomfort negatief beïnvloeden) … Er wordt bij onderhoud gekozen voor goedkope oplossingen of vertragen van complexere gebreken.”
Meeste besturen kiezen eieren voor hun geld
De Woonbond, ook aanwezig tijdens de zitting, wees ons erop dat onze problematiek met de verhuurder “veelvoorkomend is”, maar “dat het maar sporadisch leidt tot een rechtszaak omdat besturen van huurdersorganisaties meestal afhaken of eieren voor een hun geld kiezen”.
Vesteda doet niet aan zelfreflectie
Volgens (de advocaat van) Vesteda was de toelichtende tekst in onze uitnodiging voor de rechtszaak dé bron van de onrust. Als reactie op die uitnodiging heeft Vesteda aan collega-besturen een verklaring gestuurd waarin ze de rechtszaak bagatelliseren en onze tekst verdraaien. Ze gaan er dan gemakshalve aan voorbij dat het voor de rechter slepen van ‘een clubje lastige vrijwilligers’ aan de kant van de huurders een ingrijpende actie is. Indien een vermogende corporate als Vesteda op een dergelijke intimiderende wijze zich manifesteert jegens een (non-profit) HBV, dan is het gevoel van onrust onder die besturen terecht! Ook zij riskeren hetzelfde lot wanneer ze gevoelige / onwenselijke kwesties ter discussie stellen.
> zie ook: Vesteda: rechtszaak is meningsverschil
Rode draad gedrag Vesteda
Het verstrekken van onjuiste informatie door Vesteda aan en over onze vereniging is een rode draad in hun gedrag. Zo hebben ze in 2017 aangegeven dat bepaalde kosten geen onderdeel waren van onze servicekosten, wat na diepgravend onderzoek wel het geval bleek te zijn. Ook heeft Vesteda in 2019 onjuiste informatie verstrekt in een artikel gepubliceerd door de Woonbond. Slechts twee voorbeelden van een waslijst aan soortgelijke gevallen.
Onze financiële positie
Die rode draad is ook van toepassing in de aanloop naar en tijdens de zitting met betrekking tot onze financiële positie. Vesteda schets een situatie dat wij vermogend zijn en dat ze ons voldoende financieel steunen.
Het klopt wel dat wij onder de noemer ‘Legal Fund’ in 2018 een crowdfund hebben georganiseerd (huidige saldo: €7.900) en in 2020 leden hebben gevraagd om een bijdrage (opbrengst: €2.720). Maar om nu te spreken van ‘een vermogende positie’ is volledig onjuist.
Het Legal Fund
Het fonds had als doel om in het kader van de servicekosten een deskundige in te kunnen huren én mogelijke rechtszaak (deels) te kunnen financieren. Pas ná ‘het NRC-artikel’ in mei 2019 heeft Vesteda de betreffende facturen – met terugwerkende kracht – voldaan. En zijn hiermee gestopt begin 2021.
Als gevolg hebben we – ter verdediging tegen het intimiderende gedrag van Vesteda aangaande onze legitimiteit – geld uit het ‘Legal Fund’ moeten inzetten dat is begonnen na de brief van onze advocaat d.d. 2 december 2020. Inmiddels is dat potje leeg en heeft het bestuur uit eigen zak bijna €1.000 aan de HBV voorgeschoten.
Gelukkig wordt een deel van onze kosten van deze rechtszaak vergoed uit een fonds van de Woonbond en uit het Emil Blaauw Proceskostenfonds, dat wordt ondersteund door stichting !WOON en waar de gemeente Amsterdam jaarlijks aan bijdraagt. Na de uitspraak van deze rechtszaak moeten we de (financiële) balans opmaken.
Ledenbijdrage
De 2020-bijdrage van leden stelde de HBV in staat een paar openstaande rekeningen te betalen en eindelijk de basisopzet van de vereniging af te ronden. Die afronding was noodzakelijk om onze basistaken te kunnen vervullen en was niet eerder mogelijk omdat Vesteda niet bereid was die kosten te vergoeden.
Door voor het eerst in 2020 aan leden een financiële bijdrage te vragen zijn we voorbijgegaan aan onze voorwaarden hieromtrent, namelijk: problemen met het servicekostenbeleid én achterstallig onderhoud moeten opgelost zijn. Hierin zijn we ook altijd duidelijk geweest richting Vesteda. Op dit moment zijn die problemen nog steeds niet opgelost!
Aanhoudende weigering kostenvergoedingen door Vesteda
Dat Vesteda niet(!) bereid is onze kosten te vergoeden, die rechtstreeks samenhangen met en redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van onze taken, is al gaande vanaf onze kennismaking in 2017 toen we de vereniging aan het oprichten waren. Opmerkelijk is dat voorafgaand aan die kennismaking Vesteda had aangegeven dat het ook mogelijk was huurders om een kleine vergoeding of bijdrage te vragen, zodat “met die inkomsten de vereniging bloemen voor nieuwe huurders, een nieuwjaarsreceptie of een leden uitstapje kan organiseren”. Een paar maanden na de kennismaking werd ineens gemeld dat we het met een jaarlijkse standaardvergoeding (de zogenaamde ‘Voordeurbijdrage’) van ±€500 moesten doen en “om ervoor te zorgen dat de leden een contributie betalen om de vereniging levensvatbaar te maken”. Tot de dag van vandaag hanteert Vesteda dit standpunt en verwijzen dan naar verouderde / niet meer van toepassing zijnde stukken uit 1998. Volgens de huidige versie van de wet (art. 7 Wohv) dient Vesteda ons te voorzien in onze financiële basisbehoeften.
Ad-hoc vergoedingen door Vesteda
Verder zijn we met Vesteda tot 2021 een aantal ad-hoc vergoedingen overeengekomen op basis van gedetailleerde onderbouwingen. Zo heeft Vesteda tot heden onze notariskosten voldaan. Ook zijn kosten vergoed met betrekking tot het opknappen van het verloederde algemene terras, deskundigen gebouwautomatisering, (een deel van het) onderhoud algemene terras en onkosten voor een Corona-protocol.
Overzicht vergoedingen door Vesteda tot 2021
Vesteda heeft tot(!) 2021 €1.506 aan onze HBV overgemaakt onder de noemer ‘Voordeurbijdrage’, te weten:
- 2017: €486
- 2019: €506
- 2020: €514
Daarnaast heeft heeft Vesteda tot(!) 2021 €13.217 ad-hoc vergoeding voldaan, te weten:
(waarvan Vesteda €4.120 rechtstreeks aan derden heeft overgemaakt)
- Juridische deskundige: €6.689 (voor met name onderwerp servicekosten)
- Notariskosten: €1.186
- Opknappen terras: €3.109
- Deskundigen gebouwautomatisering: €1.616
- Onderhoud terras: €300
- Onkosten Corona-protocol: €316
Belangrijk om te vermelden is dat de kosten gerelateerd aan het algemene terras duidelijk maken dat onze HBV taken aan het uitvoeren is, die Vesteda heeft laten liggen. De onderhoudskosten voor het algemene terras zijn slechts deels vergoed en Vesteda is niet-welwillend die kosten toe te voegen aan de servicekosten of toe te voegen aan de jaarlijkse vergoeding. Gevolg is dat kosten niet eerlijk verdeeld worden onder alle bewoners!
Zoals je kan opmaken hebben de ad-hoc vergoedingen een specifieke bestemming en zijn dus niet een vergoeding aan de HBV voor de kosten die rechtstreeks samenhangen met en redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van onze taken. Ofwel: Vesteda’s financiële steun is onvoldoende!
Klacht Vesteda dat onze vereniging te actief is
Tijdens de zitting werd ook gesuggereerd dat onze HBV altijd – zonder onderbouwing – hebben zitten zeuren om geld. Indien Vesteda dan doelt op onze verwoede pogingen onze basisfinanciering vergoed te krijgen, dan hebben ze gelijk.
Ook benoemde Vesteda dat onze HBV te veel e-mails stuurt. Dit is een ‘klacht’, dat maar blijft terugkomen. Als bestuur hebben wij altijd aangegeven, dat wanneer zaken niet opgelost worden, wij ook niet opgeven. Tijdens de zitting werd er in dit kader wel bij stilgestaan dat het ons als vrijwilligers daarom veel meer tijd kost iets voor elkaar te krijgen. Onze contactpersoon bij Vesteda gaf uiteindelijk wel ruiterlijk toe dat zij geen vrijwilliger is en voor haar tijd gewoon betaald krijgt.
Financiële verantwoording aan Vesteda
Voorafgaand aan de brief van onze advocaat d.d. 2 december 2020 heeft Vesteda ons nooit verzocht verantwoording af te leggen over de €1.506, die ze aan ons – onder de noemer ‘Voordeurbijdrage’ – hebben overgemaakt. Hetgeen ook in lijn is met de uitspraak van Astrid Schlüter (COO Vesteda), dat verantwoording niet vereist is.
Op verzoek van Vesteda hebben we toch – via onze advocaat – verantwoording afgelegd d.d. 25 mei 2021. Maar dit vond Vesteda onvoldoende.
Tot heden blijft hun eis dat we jaarverslagen en alle banktransacties met hen delen. In Vesteda’s verzoekschrift aan de rechtbank d.d. 29 september 2021 halen ze zelfs een wetsartikel (art. 843a Rv) en vonnissen aan, waar het inhoudelijk ging over (o.a.) claims van meer dan €100.000 én er sprake was fraude. Als bestuur vinden we het uiterst onfatsoenlijk dat deze verwijzingen onderdeel zijn van deze casus!
Verder wordt in het verzoekschrift door Vesteda uitdrukkelijk benadrukt dat ze “niet uit zijn op een fishing expedition”. Als bestuur menen we dat hier wel degelijk sprake is van ‘hengelen’ naar informatie aangezien het hier gaat om het verantwoorden van slechts €1.506 (en niet om tonnen / miljoenen) en hopen dat de rechtbank hier nog specifiek op terugkomt.
Financiële stand van zaken
Als bestuur hebben wij getracht onze leden continu op de hoogte te brengen en houden aangaande de financiën. Tot medio 2020 voerden we een vrij simpele boekhouding, aangezien de geldstromen behoorlijk overzichtelijk waren. Die simpele opzet leende zich er niet voor goed het verschil te registreren waar we volgens ons recht op hebben conform de Wohv en wat Vesteda aan ons ter beschikking stelt. Daarom is ervoor gekozen de boekhouding volledig opnieuw op te stellen.
Die nieuwe opzet maakt het pijnlijk tastbaar dat Vesteda ons d.d. 1 september 2021 een bedrag verschuldigd is van €12.418. Dit bedrag bevat naast wat operationele kosten voornamelijk kosten voor bijeenkomsten en bovengenoemde kosten voor juridische deskundigheid. Door het Legal Fund, de bijdragen van leden, het geduld van de (inmiddels voormalige) uitbater van Bagels & Beans en persoonlijke voorschotten van bestuursleden ‘drijven’ we nog, maar staan op het punt kopje onder te gaan. Hetgeen ook door de kascommissie met de leden is gedeeld op de ALV d.d. 1 september 2021.
Tot en met 2019 hebben we tijdens overleg met Vesteda met zogenaamde ‘onderleggers’ geprobeerd Vesteda te bewegen specifieke kosten te betalen, zoals voor de jaarlijkse bijeenkomsten met huurders. In de periode tijdens Corona tot heden is er geen overleg geweest tussen het bestuur en Vesteda om het over geld te hebben. Tijdens een eerstvolgende overleg zullen we het openstaande bedrag in detail met Vesteda bespreken en willen hen dan een laatste kans geven om tot vergoeding over te gaan conform de Wohv. Dat overleg heeft natuurlijk enkel nut als ze ons weer erkennen als huurdersorganisatie, ofwel dat hun claim in deze rechtszaak wordt afgewezen.
Vaststellen servicekosten 2016-2020
Eén van de door ons ingediende tegenverzoeken is vaststelling van de servicekosten 2016-2020. Het betreft een onderwerp dat sinds 2017 nog steeds niet opgelost is. Na ‘het NRC-artikel’ in mei 2019 leek het eindelijk richting een oplossing te gaan. Wij hebben toen onze dagvaarding in de koelkast gezet. Maar de constructieve sfeer was al snel weg. Het Vesteda Platform heeft nog wel even geprobeerd de rol van mediator op zich te nemen, maar dat proces strandde. Het drukte ons met de neus op het feit, dat ook mediation een vak is.
De rechtbank heeft tijdens de zitting voorgesteld aangaande de servicekosten te trachten er samen uit te komen. Hij stuurde ons de gang op en schorste de zitting. Daar is besproken hoe we samen een onafhankelijk deskundige kunnen benoemen en die te vragen een advies uit te brengen. Bij hervatting van de zitting kwam de aap uit de mouw: Vesteda stelde als voorwaarde dat wanneer ze het niet eens zijn met het advies van de onafhankelijke deskundige, zij dat advies ook naast zich neer kunnen leggen. Als argument stelde zij dat afrekening servicekosten uiteindelijk iets is tussen de verhuurder en een huurder en dat een HBV daar geen rol in speelt. De rechter vroeg nog wel of ze ook tegen collectiviteiten zijn in het algemeen, zoals Ondernemingsraden. Voorafgaand aan de zitting had Vesteda al aangegeven in ieder geval geen vertrouwen te hebben in de Huurcommissie. Hier zijn we dus niet uitgekomen tijdens de zitting.
Dat Vesteda geen inspraak wenst van een een HBV aangaande jaarlijkse afrekening servicekosten hebben wij al in de praktijk ervaren. Omdat het ook nu tijdens de zitting door Vesteda werd gesteld kan je je afvragen waarom Vesteda dan elk jaar een concept afrekening met HBV’s (en BC’s) deelt voor akkoord om af te rekenen. Het aanwezige bestuur van het Vesteda Platform gaven na de zitting aan, dat Vesteda al 20 jaar die concepten deelt met besturen en reageerde verbaasd op de stelligheid van Vesteda. We zijn van mening dat wanneer het niet meer om tientjes gaat, dat het voorleggen van die concepten een ware farce is.
Zie ook blogpost 14 april 2021:
Vesteda: “HBV geen inspraak afrekeningen”
De rechtbank heeft partijen gevraagd om na de zitting er samen uit proberen te komen.
Vesteda: meer tijd nodig aangaande onze legitimiteit
Aan het einde van de zitting gaf de advocaat van Vesteda aan nog meer tijd nodig te hebben om ons blog door te kunnen spitten in het kader van onze legitimiteit. Hierover kwam nog een slot discussie op gang tussen de advocaten.
Dat Vesteda nog steeds op zoek is naar een reden ons niet te hoeven erkennen noemde onze advocaat “een schandaal” en wij sluiten ons hierbij aan!
Slot discussie tijdens de zitting tussen advocaten:
- Meijerink, namens HBV Detroit
- Benneker van VBTM, namens Vesteda
Meijerink:
“Het is een beetje jammer dat in het slotdeel van de behandeling van vandaag, toch weer de vraag krijgt: je hebt toch niets te verbergen, waarom zou je het niet allemaal laten zien? Daar gaat privacy niet over. Daar gaat niet de zelfstandigheid van een vereniging over. Die gaat erover: jij geeft ons €1.000, dit hebben we ermee gedaan. Maar moet je dan ook weten wat we met de €1.000 van de huurders hebben gedaan of hoeveel het is? Nee! Tenzij je daar hele goede reden voor hebt omdat je bijvoorbeeld extra uitgaven wilt doen. Dat was niet ter discussie. De discussie is gewoon: kom op met al je bankafschriften, kom op met al je jaarafrekeningen, oh, misschien ben je er wel eentje vergeten te maken. En dan gaan we het geld terugvorderen uit het verleden. Want dan was je in die periode misschien geen goede huurdersorganisatie. Het is toch eigenlijk een schandaal, dat ze [Vesteda – red.] nu steeds beweren terwijl alles open is en op internet zichtbaar is en dan zeggen: nou, we gaan over vier weken wel even laten weten of misschien toch dit bungelende huurdersverenigingetje door ons [Vesteda – red.] wordt geaccepteerd. Het is echt een schandaal!”
Benneker:
“Nou, met alle respect, het staat sinds deze week online. Je kunt niet verwachten dat ik daar een oordeel over. Ja sorry, ik weet dat onderbreken eigenlijk not done is, maar dit is zwaar onterecht.”
Meijerink:
“Ik vind het helemaal niet onterecht. Want u had gewoon kunnen zien – ik heb u ook de data gegeven – dan wordt gezegd: ja, maar daar hebben we [Vesteda – red.] geen notulen van. En als je notulen geeft [aan Vesteda – red.], dan gaat u zeggen: ik zie niet dat ze gewaarmerkt zijn. En zo gaat het maar door!”
Benneker:
“Dat weten we helemaal niet. U heeft ze nooit verstrekt.” [HBV Detroit heeft in de fase voorafgaand aan de zitting de samenvatting / notulen van één ALV verstrekt, die als voorbeeld diende aanvullend op de gedeelde lijst met datums van de jaarlijks gehouden ALV’s – red.]
Meijerink:
“Van die Vesteda-club is het gewoon de bedoeling om deze lastige huurdersvereniging te beknotten in haar vrijheid.”
Reactie van een Detroit-huurder
“Goed gedaan vanmiddag en wat pijnlijk voor Vesteda. Goed dat jullie volhouden en zoals Pieter zei tijdens zijn pleidooi, jullie Vesteda leren hoe ze met klanten moeten omgaan. En we hebben gelukkig een goede advocaat. Die van hen vond ik arrogant en formalistisch. Ga vooral zo door en ik hoop dat het resultaat jullie veel voldoening zal geven.”
Gerelateerde documenten
Document ‘Clarissenhof Bewonersvereniging – Nieuwsbrief 2018-05-07_Redacted.pdf‘
!!lees vooral geel en oranje gearceerde teksten!!
Algemene informatie
De rechtszaak was op donderdag 24 maart 2022 om 13.30 uur.
Locatie: Gerechtsgebouw Amsterdam, Parnassusweg 280, Amsterdam
- Zaaknummer: 9466898 EA VERZ 21-608
- onze advocaat: Harmen Meijerink
- advocaat Vesteda: Roel Benneker van VBTM Advocaten
- HBV Detroit wordt gesteund door:
deel deze post via:
gepubliceerd op 19 april 2022
om 21:40u
alle blogpost onderwerpen: